Lokaal online nieuws in Nederland

De opmars van de hyperlocal, gebrekkige participatie

In de afgelopen decennia is nieuwsconsumptie veelal verschoven naar online nieuwsplatforms. Uit het meest recente Digital News Report (2023) blijkt dat in Nederland alle leeftijdsgroepen, maar voornamelijk jongeren, online nieuwsdiensten gebruiken. Bovendien blijkt uit hetzelfde rapport dat alle leeftijdsgroepen lokaal nieuws als het meest interessante onderwerp beschouwen. Om mensen – vooral jongeren – te betrekken bij lokaal nieuws is het cruciaal om online actief te zijn. Dit gebeurt bij lokale en regionale media al sinds de digitalisering. Een actueel overzicht van het online lokaal media-aanbod ontbreekt echter; een laatste volledige inventarisatie dateert uit 2017. 

In deze publicatie heeft het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie aan de Hogeschool Utrecht het lokaal media-aanbod met een nieuwswebsite geïnventariseerd. De inventarisatie betreft de situatie van 2020 en maakt onderscheid tussen de nieuwswebsites van verschillende mediavormen: lokale omroepen, regionale omroepen, regionale dagbladen, huis-aan-huisbladen en (betaalde) nieuwsbladen. De laatste twee zijn in dit onderzoek gecategoriseerd als geprinte lokale media. Ten slotte worden hyperlocals geïdentificeerd: zelfstandige websites met lokaal nieuws die niet verbonden zijn aan een ander (offline) medium. Om langdurige trends in kaart te brengen, wordt dit onderzoek vergeleken met eerdere inventarisaties uit 2012 en 2015 van het lectoraat en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

Uit het onderzoek blijkt dat hyperlocals in 2020 online een dominante rol hebben in Nederland. De hyperlocal komt het meest voor in vergelijking met de nieuwswebsites van alle andere mediavormen. Op de tweede plaats komen de websites van geprinte lokale media (huis-aan-huisbladen en nieuwsbladen). Hoewel deze sector de afgelopen jaren fors is ingekrompen en het aantal is gedaald, blijkt dat de websites van geprinte lokale media tenminste één keer per gemeente voorkomen. In zo’n 80 procent van de gemeenten heeft de lokale omroep ook een nieuwssite. Daarnaast blijkt dat de inwoners van elke gemeente lokaal nieuws kunnen vinden op de websites van ten minste één regionale omroep en/of dagblad. Zie hieronder een interactieve kaart van het lokaal en regionaal media-aanbod met nieuwswebsites per gemeente in Nederland. Per gemeente is het media-aanbod te zien en in hoeverre dit verschilt van het provinciale of Nederlandse gemiddelde.

gemaakt door Local focus

Alle lokale en regionale media met een nieuwssite zijn op deze interactieve kaart opgenomen. In deze visualisatie staan nieuws- en huis-aan-huisbladen, deze worden in de rest van dit artikel aangemerkt als geprinte lokale media.

Disclaimer: In deze visualisatie zijn enkele lokale mediakanalen ten onrechte toegewezen aan gemeente Rhenen (provincie Utrecht), terwijl ze eigenlijk voor Rheden (provincie Gelderland) bedoeld zijn. Dit betreft de websites van de Arnhemse Koerier, Regio Bode, Studio Rheden en Rheden.nieuws.nl.

Door de mogelijkheden die ‘online’ biedt, is de afgelopen decennia ook de nieuwsconsumptie veranderd. De consument kan zelf bepalen wanneer en waar ze nieuws consumeert en kan actief nieuws delen of erop reageren. Deze veranderende nieuwsconsumptie is specifiek van belang omdat lokale en regionale media niet alleen nieuws brengen over een geografisch gebied, maar ook onderdeel uitmaken van de gemeenschap. Een van de taken van lokale media is om mensen te verbinden en een platform voor discussie en participatie zijn.

Daarom is in dit onderzoek gekeken naar de mogelijkheden voor online reacties, discussies, acties van en voor inwoners, bijdragen en suggesties van inwoners. Dat blijkt in de praktijk niet overal uit de verf te komen: reacties zijn veelal niet welkom, contact wordt zo nu en dan afgeschermd en een bloeiend discussieplatform over lokale zaken is een zeldzaamheid.

Over de kwaliteit van de berichtgeving – of over de frequentie – doet dit onderzoek geen uitspraken. Bij de nieuwssites van lokale en regionale media is namelijk niet per gemeente gecontroleerd of er regelmatig nieuws over die gemeente wordt gebracht. Toch biedt dit onderzoek waardevolle inzichten, omdat het een algemene indicatie biedt van een actuele ‘status’ van het lokaal en regionaal medialandschap.

In het eerste hoofdstuk leest u meer over welke lokale en regionale media er online zijn en in welke vorm. Vervolgens in hoofdstuk 2 welke participatiemogelijkheden ze aanbieden. Hoofdstuk 3 vergelijkt de resultaten met eerder onderzoek uit 2012 en 2015. Hoofdstuk 4 sluit af met de conclusies van dit onderzoek. In het laatste hoofdstuk kunt u meer lezen over de onderzoeksmethode.

I. Online lokaal nieuws in Nederland

Dit hoofdstuk Om meer inzicht te geven in het actueel lokaal online nieuwsaanbod, is het eerst van belang een overzicht te krijgen van het online lokaal en regionaal media-aanbod op provinciaal en gemeentelijk niveau. Figuur 1 laat zien dat de omvang van provincies sterk verschilt: Noord-Brabant telt 62 gemeenten en Flevoland ‘maar’ 6.

Figuur 1. Aantal gemeenten in Nederland (2020)

No Data Found

In deze inventarisatie is elke mediatitel apart geteld bij elke gemeente. Er zijn dus geen 355 regionale omroepen maar 355 gemeenten waar de website van de omroep nieuws over kan bevatten. Ook de andere mediavormen die meerdere gemeenten bestrijken, zijn voor elke gemeente apart geteld. Bijvoorbeeld geprint lokale medium Noorderkrant dat in de provincie Groningen is genoteerd voor de gemeenten Groningen en Het Hogeland. Of hyperlocal Regionaal Beeld Nieuws Netwerk die in Zeeland de gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen bedient.

De meeste online media zijn te vinden in Noord-Holland, daarna komen Zuid-Holland en Noord-Brabant. In Flevoland zijn het minste lokale en regionale media. De verschillen hebben uiteraard te maken met het aantal gemeenten in de provincies. Daarom geeft het gemiddeld aantal media per gemeente een beter beeld van de verschillen op provinciaal niveau (figuur 2). In Friesland is dat het hoogst met gemiddeld 7,5, daarna volgen Groningen, Noord-Holland en Overijssel met meer dan 7. Met een gemiddelde van 4,3 zijn in Drenthe het minste media per gemeente. Het gemiddelde van Nederland is 5,9 per gemeente.

Figuur 2. Gemiddeld aantal lokale en regionale media met nieuwssite per gemeente (2020)

No Data Found

Regionale dagbladen

De regionale krantenmarkt in Nederland wordt gedomineerd door de Belgische uitgevers De Persgroep en Mediahuis. Alleen in Barneveld en omgeving wordt een krant door een ander concern uitgegeven. In sommige gemeenten zijn twee websites van regionale dagbladen door overlappende verspreidingsgebieden van kranten. In Noord-Holland (rond Amsterdam) en Flevoland (geen krant in Almere) is het gemiddeld minder dan één (figuur 3).

Figuur 3. Gemiddeld aantal regionale dagbladen met nieuwssite per gemeente (2020)

No Data Found

De uitgever De Persgroep is eigenaar van Het Parool, AD met de subtitels in Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Gouda, Utrecht en Amersfoort en voormalige Wegener-kranten: PZC, Brabants Dagblad, De Stentor, Eindhovens Dagblad, BN de Stem, Tubantia en De Gelderlander. Uitgever Mediahuis geeft Noordhollands Dagblad, Gooi- en Eemlander, Leidsch Dagblad en Haarlems Dagblad, De Limburger uit en de voormalige NDC-titels: Dagblad van het Noorden, Leeuwarder Courant en Friesch Dagblad. Die laatste twee titels verschijnen in heel Friesland wat de uitzonderijke positie van die provincie verklaart.

Geprinte lokale media

In figuur 4 wordt zichtbaar dat gemeenten gemiddeld 1,3 websites van een geprint lokaal medium (huis-aan-huisbladen en nieuwsbladen) hebben. Het gemiddelde is in Flevoland, met 2 per gemeente, het hoogst. Maar ook provincies Groningen, Noord-Holland en Zeeland liggen dicht bij dit getal. In Friesland en Limburg ligt het gemiddelde onder 1.

Figuur 4. Gemiddeld aantal geprinte lokale media met nieuwssite per gemeente (2020)

No Data Found

Regionale omroepen

In totaal zijn er dertien regionale omroepen: één omroep per provincie, met uitzondering van Zuid-Holland met Omroep West en RTV Rijnmond. Per gemeente is één website van een regionale oproep genoteerd.

Lokale omroepen

Niet alle gemeenten in Nederland hebben een lokale omroep. Daarnaast heeft een deel van deze omroepen geen nieuwssite, in dat geval is de omroep waarschijnlijk wel actief op radio en/of tv. RTV Alpen-Chaam in de gemeente Alpen-Chaam heeft in 2020 bijvoorbeeld geen website. Per gemeente wordt niet meer dan één uitzendlicentie gegeven, maar lokale omroepen hebben vaker een groter verzorgingsgebied. Bijvoorbeeld RTV Atos is aangewezen voor gemeente Zwijndrecht maar verzorgt ook Hendrik-Ido-Ambacht.

Daarnaast zijn er lokale omroepen die in dit onderzoek buiten hun verzorgingsgebied zijn aangemerkt, omdat zij (volgens onze zoekmethode) ook andere gemeenten bestrijken. Bijvoorbeeld omroep RTV Amstelveen, aangemerkt voor Amstelveen maar in dit onderzoek ook genoteerd voor aangrenzende gemeenten Ouder-Amstel en Uithoorn.

Het gemiddelde aantal lokale omroepen is 0,8 per gemeente (figuur 5). In Groningen (12 gemeenten, 12 lokale omroep-sites) wordt de gehele provincie bediend, met een gemiddelde van 1 per gemeente. In Drenthe, Flevoland en Zeeland zijn relatief weinig lokale omroepen met een nieuwssite, voor ongeveer de helft van de provincie.

Figuur 5. Gemiddeld aantal lokale omroepen met nieuwssite per gemeente (2020)

No Data Found

Hyperlocals

Figuur 6 laat zien dat hyperlocals ongelijk verdeeld zijn over Nederland. Het gemiddelde aantal hyperlocals per gemeente is 1,7. Noord-Holland spant de kroon met gemiddeld 2,8 hyperlocals per gemeente, gevolgd door Overijssel met gemiddeld 2,6. Verder zijn er in de provincies Friesland, Groningen, Overijssel en Zuid-Holland ook meer dan 2 hyperlocals per gemeente, terwijl dit in Drenthe, Flevoland en Zeeland minder dan 1 is.

Figuur 6. Gemiddeld aantal hyperlocals met nieuwssite per gemeente (2020)

No Data Found

Concluderend, kan worden gesteld dat het aanbod van lokaal nieuws online groot is met gemiddeld bijna 6 mediasites per gemeente. De aanwezigheid van een online lokaal nieuwsmedium zegt echter niet alles over de manier waarop dit medium onderdeel uitmaakt van de gemeenschap. Naast informeren is het voor media online mogelijk om met gebruikers in contact te staan of zelfs participatiemogelijkheden te bieden. In hoeverre gebruiken online lokale en regionale media deze mogelijkheden?

II. Participatie met het publiek

In dit hoofdstuk worden de ambities om deel uit te maken van de samenleving – of in ieder geval de voorwaarden tot het inlossen van de ambities – onderzocht. In hoeverre staan de gevonden media open voor leden van de gemeenschap? Kunnen ze nieuws delen en in contact komen met de redactie, reageren, tips of suggesties achterlaten of zelf content toevoegen?

Hiervoor wordt gekeken naar het gebruik van sociale media (daar kan gereageerd worden, in discussie worden gegaan en content worden gedeeld), naar de opties om content te delen en in contact te komen met de redactie. Daarnaast zijn publieksacties geïnventariseerd die de media organiseren of faciliteren.

Links naar sociale media

Over het algemeen hebben bijna alle lokale en regionale media links naar Facebook en Twitter op hun website (figuur 7). Alle websites van regionale dagbladen (100%) verwijzen naar deze sociale mediaplatformen. Bij andere mediavormen is dit ook hoog: meer dan driekwart van de nieuwssites van alle mediavormen heeft een link naar Facebook en Twitter. Geprinte lokale media hebben het minst vaak een link naar deze platformen.

 

Figuur 7. Link sociale media op nieuwssites lokale en regionale media (2020)

No Data Found

Bijna alle websites van regionale omroepen (95%) hebben een link naar Instagram, daarna volgen regionale dagbladen (74%) en lokale omroepen (51%). Met minder dan een derde van de sites die verwijzen naar Instagram, maken hyperlocals en geprinte lokale media hier weinig gebruik van. Dat Instagram niet overal wordt ingezet is begrijpelijk, in tegenstelling tot Facebook en Twitter levert het weinig ‘conversie’ op: gebruikers kunnen niet via een link op een Instagram-post naar de website gevoerd worden. Het is een separaat kanaal dat dus vooral tijd kost en weinig of geen ‘clicks’ oplevert.

Links naar YouTube worden over het algemeen het minst ingezet. Alleen regionale omroepen en regionale dagbladen gebruiken dit veelvuldig: respectievelijk 95% en 100% verwijzen naar het populaire videokanaal. In contrast heeft maar 59% van de lokale omroepen, 34% van hyperlocals en 13% van geprinte lokale media hier een link voor. Dit wordt gedeeltelijk verklaart doordat veel media geen video’s uitzenden en daarmee YouTube niet nodig hebben.

Alleen regionale omroepen verwijzen meer dan incidenteel naar LinkedIn (41%). Alle andere mediavormen zetten dit minder dan 10% in (regionale dagbladen zelfs nooit). Een klein deel van de media heeft helemaal geen links naar sociale media op hun websites – alleen bij geprinte lokale media is dit hoger met 12%.

Delen van content

Bij alle lokale en regionale media staat bij artikelen en content een functie voor het delen via sociale mediaplatformen. Tussen de 70% en 100% van alle verschillende mediavormen heeft een ‘knop’ om artikelen te delen op Facebook en Twitter, daarmee vormen zij de belangrijkste opties om content te delen. In sommige gevallen is ook delen via Whatsapp of mail mogelijk, terwijl Instagram en Pinterest over het algemeen minder worden ingezet. Vooral hyperlocals (17%) en lokale omroepen (26%) bieden geen mogelijkheden voor deze functies.

Figuur 8. Opties om content te delen op nieuwssites lokale en regionale media (2020)

No Data Found

Contactgegevens

De lokale en regionale media bieden op hun websites diverse contactmogelijkheden. Uit de aanwezigheid van de colofonpagina (of ‘over ons’) wordt duidelijk wie de site exploiteert. Dit is in de meeste gevallen van de sites aanwezig, alhoewel hyperlocals achterblijven met een colofon op maar twee derde van de sites (figuur 9).

Figuur 9. Contactgegevens op nieuwssites lokale en regionale media (2020)

No Data Found

Contactgegevens – zoals e-mailadres en telefoonnummer – van hoofdredacteuren of andere journalisten ontbreken veelal. Behalve bij regionale omroepen waar ongeveer de helft van de sites contactgegevens voor de hoofdredacteuren en journalisten bevat. Over het algemeen is dit laag bij andere media, regionale dagbladen zijn hierin met 1% het meest terughoudend.

Bij hyperlocal Diemerkrant is wel een colofon, maar wie daar op klikt, ziet alleen een privacy-statement, en geen informatie over achtergrond, uitgever of makers.

Vragen stellen

Ondanks dat het op de sites van lokale en regionale media niet altijd makkelijk is om colofon- en contactgegevens te vinden, wordt in veel gevallen opgeroepen om vragen te stellen aan de redactie (figuur 10). In sommigen gevallen staat op de websites van lokale en regionale media expliciet vermeld dat het publiek contact kan opnemen bij vragen. Bij regionale omroepen wordt dit op maar liefst 96% van de websites aangemoedigd, terwijl geen enkele website van regionale dagbladen dit doet.

Figuur 10. Oproep tot vragen op nieuwssites lokale en regionale media (2020)

No Data Found

Opties om bijdrage te leveren

Ook is geïnventariseerd wat de opties zijn voor het publiek om een bijdrage te leveren aan de site (figuur 11). Op de websites van lokale en regionale media kan het vaakst in contact worden gekomen om een nieuwstip te leveren. Dit kan bij alle regionale dagbladen en bij 79% van de nieuwssites van geprinte lokale media. Ook hyperlocals, lokale omroepen en regionale dagbladen vragen hier regelmatig om met percentages tussen de 50% en 65%.

Figuur 11. Bijdrage opties op nieuwssites lokale en regionale media (2020)

No Data Found

Het insturen van foto’s is ook een relatief veelgebruikte optie: bij 85% van de regionale omroepen. Dit is lager bij geprinte lokale media (44%), hyperlocals (37%), lokale omroepen (24%) en regionale dabladen (16%). Bij regionale omroepen wordt daarnaast bij ongeveer de helft van de sites opgeroepen om persberichten in te sturen. Alle andere media maken hier in mindere mate gebruik van – bij regionale omroepen gaat dit om 1%.

Schrijvers van opinies worden minder vaak uitgenodigd. Alleen geprinte lokale media vermelden dit soms: bij 44% van de sites. Bij hyperlocals, lokale omroepen, en regionale dagbladen is dit bij minder dan een kwart het geval en bij regionale omroepen zelfs nooit. Correctiemogelijkheden per artikel worden beperkt aangeboden; dit is het geval bij ongeveer de helft van de sites van regionale omroepen. Bij hyperlocals en regionale omroepen wordt hiertoe nooit opgeroepen. 

Opvallend is het aanzienlijk deel van lokale en regionale media dat op hun websites helemaal geen opties vermeldt om een bijdrage te leveren. Bij regionale dagbladen is dit bij ongeveer een derde van de sites het geval. Bij hyperlocals (14%), lokale omroepen (18%) en geprinte lokale media (7%) staan ook vaak geen bijdrage opties.

Bij regionale omroep Omroep Gelderland staat onder elk nieuwsbericht: ‘correctie melden’. Klikken brengt je naar een contactformulier waarin je de correctie door kan geven.  De link naar het artikel wordt automatisch meegestuurd en er wordt gevraagd om contactgegevens als naam, telefoonnummer of woonplaats achter te laten.

Opties om te reageren

Opmerkelijk is dat reageren op artikelen – op wat voor manier dan ook – bij de meeste sites geen optie is (figuur 12). Geen enkel dagblad of regionale omroep heeft deze mogelijkheid. Enkel bij geprinte lokale media (48%) en hyperlocals (39%) wordt hier opties voor geboden. Bij 19 procent van de lokale omroepen kan het wel.

Figuur 12. Reactie opties op nieuwssites lokale en regionale media (2020)

No Data Found

Publieksgerichte activiteiten

De regionale en lokale media ondernemen diverse soorten publieksgerichte activiteiten die in de lokale context van betekenis zijn (figuur 13). Veruit het meest voorkomend is de ‘vraag en aanbod-rubriek’ waar diensten en/of spullen worden aangeboden: regionale omroepen scoren opvallend hoog (100%) terwijl lokale omroepen achterblijven (32%)

Figuur 13. Publieksgerichte activiteiten op nieuwssites lokale en regionale media (2020)

No Data Found

Vervolgens worden vaak agenda’s ingezet met lokale evenementen en activiteiten. Vooral geprinte lokale media (62%) en hyperlocals (57%) vallen op. In beperkte mate worden er samenwerkingen met andere (lokale) organisaties, dit gebeurt voornamelijk bij hyperlocals (31%) en geprinte lokale media (29%).

Geprint lokaal medium Laarder Courant de Bel (Laren, Blaricum) heeft een lokale bedrijvengids. Het geprinte lokale medium De Brug (Nijmegen) heeft een formulier om onderdelen voor de agenda (met foto) in te sturen. Bij geprint lokaal medium Bevelandse Bode (‘de lezer centraal’) kan je voor € 29,50 ‘vriend van de Bode’ worden – je krijgt korting op advertenties, er zijn lezersacties en je ontvangt het jaarboek.

Maar een zeer beperkt aantal van de lokale en regionale media geeft aan dat bezoeken van de redactie mogelijk is. Opmerkelijk is dat 26% van de websites van regionale omroepen (in totaal vier: Omroep Flevoland, Omroep Gelderland, RTV Drenthe en RTV Rijnmond) vermeldt dat een bezoek mogelijk is. Het organiseren van evenementen en het aanbieden van merchandise worden nagenoeg niet ingezet. Een aanzienlijk deel van de regionale dagbladen (62%) geen van de genoemde publieksgerichte activiteiten op hun websites heeft.

Lokale omroep Exxact (Barendrecht): ‘kom gezellig een keer langs bij de studio’. Hyperlocal TV Ellef (Roermond): ‘we zijn meestal aanwezig tijdens kantoortijden, maar neem voor uw bezoek wel eerst even telefonisch contact met ons op.’

Concluderend, kan worden gesteld dat lokale en regionale media maar beperkt online interactiemogelijkheden organiseert om de betrokkenheid met de gemeenschap te bevorderen. Er is aanzienlijke variatie in het gebruik van sociale media, het delen van content via sociale media is gebruikelijk, terwijl reacties op artikelen beperkter zijn. Publieksgerichte activiteiten worden maar beperkt ingezet en de mogelijkheden voor publieksbijdragen variëren sterk per mediavorm. Voornamelijk van hyperlocals (nieuw op de markt en online only) waren meer verwachtingen, terwijl deze juist achterlopen

III. Vergelijking met eerder onderzoek

De ontwikkeling van het aantal lokale mediasites gedurende een langere periode is geanalyseerd door vergelijkingen met eerdere inventarisaties van het lectoraat en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. De onderstaande figuur toont de fluctuatie van het aantal lokale media door vergelijkingen met inventarisaties uit 2012, 2015 en 2020. Bij vrijwel alle lokale mediatypen is een daling te zien in het aantal websites, vooral bij geprinte lokale media. Alleen bij lokale omroepen nam het aantal met ongeveer dertig toe.

Figuur 14. Aantal lokale en regionale media met nieuwssites (2012-2015-2020)

No Data Found

Gemeentelijk herindeling

In dezelfde periode nam het aantal Nederlandse gemeenten door gemeentelijke herindelingen af, zichtbaar in de onderstaande figuur.

Figuur 15. Aantal gemeenten in Nederland (2012-2015-2020)

No Data Found

Deze gemeentelijke herindelingen hebben invloed op het aantal keer dat mediasites in dit onderzoek zijn genoteerd. Mediasites die in 2012 nog voor meerdere gemeenten zijn aangemerkt kunnen in dit onderzoek maar voor één gemeente zijn genoteerd. Bijvoorbeeld hyperlocal Hollands Kroon Vandaag: staat in het onderzoek van 2012 nog vier keer in de lijst (voor Anna Paulowna, Niedorp, Wieringen en Wieringermeer). In 2020 staat het medium maar één keer in de lijst, omdat de gemeenten zijn gefuseerd. Hetzelfde geldt voor de lokale omroep Omroep Hoeksche Waard, in 2012 vier keer (Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen), in 2020 maar één keer (Hoeksche Waard). Het gevolg is dat het absoluut aantal lokale mediasites afneemt. Om deze reden is het van belang te kijken naar het gemiddelde per gemeente (figuur 16).

Figuur 16. Gemiddeld aantal lokale en regionale media met nieuwssites per gemeente (2012-2015-2020)

No Data Found

Ondanks een aanzienlijke afname van het aantal gemeenten is er in 2012, 2015 en 2020 maar sprake van een lichte daling van het gemiddelde aantal lokale en regionale mediasites per gemeente: van 6,1 naar 5,9. In de onderstaande figuur ontstaat een gedetailleerder beeld, bij de categorisering van de verschillende mediatypen.

Figuur 17. Gemiddeld aantal lokale en regionale media met nieuwssites per gemeente (2012-2015-2020)

No Data Found

Voornamelijk bij geprinte lokale media is een afname van het gemiddeld aantal titels te zien: van 1,8 naar 1,4. Het onderschrijft dat deze sector de afgelopen jaren fors is ingekrompen. Bij lokale omroepen en hyperlocals is daarentegen een stijging te zien. Bij regionale omroepen (gemiddeld 1) en dagbladen (gemiddeld 1,1) is continuïteit sinds 2012. Om te illustreren hoe de situatie sinds 2012 is veranderd, wordt verder ingegaan op de mediatypen met de meeste fluctuatie: geprinte lokale media, hyperlocals en lokale omroepen.

Geprinte lokale media

Geprinte lokale media hebben als enige mediavorm een daling doorgemaakt (figuur 18). Er zijn verschillende titels verdwenen die een groot aantal gemeenten besloegen zoals Dé Weekkrant Fryslân (Friesland – 23 gemeenten), Dé Weekkrant Groningen (Groningen – 17 gemeenten) en De Postiljon (Zuid-Holland – 7 gemeenten).

Anderzijds zijn sommige titels nog steeds actief, maar is het aantal gemeenten dat ze bedienen afgenomen, zoals IJssel- en Lekstreek (Zuid-Holland – van 7 naar 3 gemeenten).  Tegelijkertijd is er ook continuïteit, zoals Nieuwsblad Traverse (provincie – 7 gemeenten in 2012 én 2020). Op provinciaal niveau verschijnen ook veel nieuwe titels. Bijvoorbeeld in de provincie Limburg waar ondanks het verdwijnen van Gezien (8 gemeenten) in totaal 14 nieuwe titels met nieuwssite verschenen tussen 2012 en 2020.

Figuur 18.  Gemiddeld aantal geprinte lokale media met nieuwssites per gemeente (2012-2015-2020)

No Data Found

In Friesland en Drenthe zijn behoorlijke verschillen te zien, voornamelijk door het verdwijnen van veel geprinte media die maar in één gemeente opereerden. Friesland met in 2012 het hoogste gemiddelde van 2,8, heeft in 2020 nog maar 0,8 geprinte lokale media per gemeente. Tegelijkertijd laten provincies als Zeeland en Noord-Holland een opvallende toename zien, voornamelijk veroorzaakt door de opkomst van nieuwe titels, bijvoorbeeld in Noord-Holland onder de titel Rodi (24 gemeenten). 

Hyperlocals

Gedeeltelijk is de toename van hyperlocals te danken aan de opkomst van titels die nieuwsites hebben gelanceerd voor meerdere gemeenten. Nieuws.nl zegt voor alle gemeenten een site te beheren, maar het grootste deel hiervan bestaat uit aggregatiesites. Voor dit onderzoek zijn alleen websites met een redactie van Nieuws.nl meegenomen: 94 hyperlocals. In 2012 had Nieuws.nl enkel aggregatiesites. Ook de opkomst van Indebuurt.nl van de Persgroep valt op. In 2012 bestond deze nog niet, in 2020 is ze actief in 41 gemeenten.

Er verdwenen ook titels die niet meer bestaan, zijn omgezet naar aggregatiesites of samengevoegd met andere sites, zoals Dichtbij (186 sites) en Vol Nieuws (14 sites). Ook zijn er hyperlocals omgezet naar lokale omroepen, zoals Heerhugowaard Centraal (Heerhugowaard) en Kattuk (Katwijk). Naast de vele veranderingen is er ook continuïteit. Ketens als WâldNet en It Nijs zijn net zoals in 2012 nog actief in Friesland. Regionaal gezien zijn er enkele variaties (figuur 19).

Figuur 19. Gemiddeld aantal hyperlocals met nieuwssites per gemeente (2012-2015-2020)

No Data Found

De provincie Noord-Holland heeft bijvoorbeeld het hoogste aantal lokale mediasites per gemeente, met een stijging van 2 naar 2,8. In deze provincie fuseerden ook veel gemeenten in dezelfde periode. In Overijssel groeit het gemiddelde aantal hyperlocals ook aanzienlijk naar 2,6 per gemeente, terwijl hier geen gemeentelijke herindelingen waren. Noord-Brabant valt op omdat het gemiddelde van 1,6 afnam tot 1,1. De verdwijning van hyperlocal-concern Dichtbij heeft hier veel impact.

Lokale omroepen

Zoals eerder beschreven worden lokale omroepen in dit onderzoek vaker genoteerd dan de gemeente waarvoor zij zijn aangewezen. Bijvoorbeeld DTV Nieuws: aangewezen voor de gemeente ’s-Hertogenbosch maar komt drie keer voor in de lijst in 2020 (’s-Hertogenbosch, Bernheze en Oss). In 2012 kwam DTV Nieuws nog niet voor. Deze veranderingen hebben effect op de stijging.

De stijging wordt ook gedeeltelijk veroorzaakt doordat sommige lokale omroepen bij de inventarisatie van 2020 voor het eerst actief waren op het internet. Een voorbeeld hiervan is lokale omroep van Gilze en Rijen, die in zowel 2012 als 2015 actief was zonder nieuwswebsite, maar in 2020 online verscheen met Hallo Gilze en Rijen. Er zijn ook lokale omroepen met meerdere sites, zoals in Altena met Altena TV en Radio AFM. Anderzijds zijn er ook verschillende lokale omroepen verdwenen, zoals Mix 742: in 2012 vier keer in de lijst (Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec), in 2020 niet meer actief.  Zoals eerder beschreven, zijn sommige hyperlocals omgezet naar lokale omroepen.

Op provinciaal niveau zijn er ook enkele opvallende bevindingen (figuur 20). In Groningen is het gemiddelde verdubbeld naar 1 per gemeente. Deze stijging komt door het verschijnen van nieuwe omroepen en doordat enkele omroepen voor meer gemeenten zijn aangemerkt dan in 2012. Daarnaast zijn veel gemeenten gefuseerd in Groningen, dus zijn er minder media nodig om de gehele provincie te dekken.

Figuur 20.  Gemiddeld aantal lokale omroepen met nieuwssites per gemeente (2012-2015-2020)

No Data Found

Eenzelfde opvallende stijging is te zien in Zeeland: van gemiddeld 0,1 naar 0,5 lokale omroep per gemeente. Eerst had de lokale omroep in de gemeente Tholen Omroep Tholen een nieuwssite. In 2020 zijn ook nieuwe lokale omroepen actief: GO-RTV (Terneuzen) en Streekomroep de Bevelanden (Borsele, Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal).

Concluderend kan worden gesteld dat er gedurende 2012-2020 sprake is van een stabilisatie bij het gemiddelde aantal lokale mediasites per gemeente. Bij sommige mediatypen als hyperlocals en lokale omroepen is zelfs sprake van een toename.

IV. Conclusie

In het online lokaal medialandschap is de mediavorm de ‘hyperlocal’ het meest voorkomend. Gemiddeld zijn er bijna twee hyperlocals per gemeente. Bij dagbladen is de monopolisering al langer aan de gang, bij geprinte lokale media is de laatste jaren ingrijpend gesaneerd door overnames, fusies en het staken van titels. Dit manifesteert zich ook online.

Opvallend is niet alleen het aantal hyperlocals maar ook de beweeglijkheid van de sector. Een vergelijking met inventarisaties uit 2012 en 2015 wijst op veel veranderingen in het lokaal media-aanbod. In absolute aantallen is het aantal online lokale media dalend. Tegelijkertijd zorgen herindelingen voor minder gemeenten. Daarom laat een gemiddeld aantal media een meer genuanceerd beeld zien, namelijk dat van continuïteit.

De regionale omroepen en dagbladen laten over de jaren heen continuïteit zien met gemiddeld minstens één titel per gemeente. Daarnaast is het gemiddelde aantal lokale omroepen met een nieuwssite toegenomen. Voornamelijk bij de hyperlocal is een gestage opkomst zichtbaar. Enkel bij geprinte lokale media (huis-aan-huisbladen en nieuwsbladen) zijn veel titels verdwenen, waardoor het gemiddelde daalt van 1,8 naar 1,4 per gemeente.

De ambitie om onderdeel te zijn van de lokale gemeenschap en open te staan voor bijdragen van inwoners komt moeizaam uit de verf. Dat wordt het meest duidelijk door de afwezigheid van een reactiemogelijkheid, dat kan slechts bij een minderheid van de sites, regionale omroepen en dagbladen staan die helemaal niet toe, andere media nauwelijks. Tips en foto’s insturen kan vaak wel. Sociale media worden niet volop ingezet, geprinte lokale media en hyperlocals blijven achter, ook het delen van artikelen via socials is niet altijd mogelijk. Resumerend kan gesteld worden dat er bij participatie op veel onderdelen sprake is van gemiste kansen.

 

 

Methode

Door vier codeurs zijn in 2020 gegevens verzameld over alle lokale en regionale nieuwssites. De websites moesten recent eigen nieuws bevatten (dus geen aggregatieplatformen die uitsluitend nieuws van andere media doorplaatsen). Daarnaast werden nieuwssites die alleen 112-nieuws publiceren ook niet meegenomen in dit onderzoek.

Uitgangspunt was een lijst met lokale en regionale media per gemeente van het Stimuleringsfonds voor de Journalistieken lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie aan de Hogeschool Utrecht uit 2015 (een update van het onderzoek uit 2012). Codeurs controleerden of deze sites nog bestonden en recent nieuws bevatten. Daarnaast zijn lokale nieuwsmedia via Google gezocht door als zoekterm ‘nieuws’ en de naam van de gemeente in te voeren. De mediasites van de eerste twee zoekpagina’s werden opgenomen

Voor elk medium zijn titel, URL en uitgever/eigenaar genoteerd. Bij elke titel werd gekeken naar mogelijkheden tot publieksparticipatie: correcties, rechtstreeks op een nieuwsbericht reageren, insturen van tips, persberichten, foto’s, opiniestukken of vragen. Ook werd gekeken of lezers een nieuwsbericht konden delen via sociale media. Ook is gezocht naar de manieren waarop contact gemaakt werd met lezers: via evenementen, merchandise, bezoek-mogelijkheden, samenwerking, vraag en aanbod-service of activiteitenagenda.

Dit onderzoek betreft de situatie van 2020, maar is gedeeltelijk uitgevoerd in 2021 door gebruik te maken van het online ‘archief’ van de Wayback Machine. Deze tool biedt de mogelijkheid om de situatie van 2020 in kaart te brengen per lokale nieuwswebsite, mits deze zijn gearchiveerd.  Bij twee procent van alle media (54 hyperlocals in totaal), bleek dit niet het geval. Deze sites zijn dus niet verwerkt in het gedeelte van dit onderzoek dat inging op de participatiemogelijkheden voor het publiek (hoofdstuk 2).

De dertien regionale omroepen zijn afzonderlijk toegevoegd zonder dat er via Google is gezocht. Hiervoor is gekozen omdat regionale omroepen nieuws maken voor veel gemeenten. Het alternatief zou zijn geweest dat de codeurs nieuwsmedia tientallen keren afzonderlijk hadden moeten invoeren. Dat betekent wel dat er geen inhoudelijke check (bevat de website actueel nieuws over de gemeente) heeft plaatsgevonden – bij regionale omroepen wordt verondersteld dat deze ook de desbetreffende gemeente covert.

De 16 regionale dagbladen zijn toegevoegd op basis van hun verspreidingsgebied. Ook hier is geen inhoudelijke toetsing geweest. De hyperlocals met veel nieuwssites (Indebuurt en Nieuws.nl) zijn op grond van de overzichten op hun site en na controle bij de uitgever aangevuld.

Voor Amsterdam, ’s-Gravenhage, Utrecht en Rotterdam is gebruik gemaakt van het media-overzicht uit het rapport Pas op Breekbaar van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Dit overzicht bevat alle mediasites, waarvan alle in 2020 actieve nieuwssites zijn toegevoegd.

Voor de lokale omroepen en geprinte lokale media zijn extra controles uitgevoerd met overzichten van het Commissariaat van de Media (lokale omroepen) en het Nederlands Nieuwsblad Pers (geprinte lokale media) die dateren van september 2020. In de overzichten is gekeken of er niet lokale omroepen of geprinte lokale media over het hoofd zijn gezien.

Na controle bleken in een aantal gemeenten alleen een regionale omroep en een dagblad te bestaan. Hier is opnieuw via Google gezocht, waarbij in de zoekterm naast ‘nieuws’ en de naam van de gemeente ook het woord ‘gemeente’ is toegevoegd. Op deze manier worden nieuwssites die specifiek over de gemeente publiceren sneller gevonden.